Het Witte Huis heeft een concept-executive order voorbereid die gericht is op het bestraffen van banken die klantrelaties beëindigen op politieke of ideologische gronden. Het document geeft instructies aan banktoezichthouders om te beoordelen of financiële instellingen bepalingen van de Equal Credit Opportunity Act, antitrustwetten of consumentenbeschermingsstatuten hebben overtreden. Instellingen die in overtreding worden bevonden, kunnen onderworpen worden aan geldboetes, instemmingsovereenkomsten of andere regelgevende sancties.
De order richt zich specifiek op het Small Business Administration om de garanties voor bankleningen te herzien, waarbij het belang van dit gebied voor blockchain-startups en conservatieve non-profitorganisaties wordt benadrukt. Toezichthouders krijgen de bevoegdheid om geïdentificeerde zaken rechtstreeks door te verwijzen naar het Ministerie van Justitie, wat de handhavingsmogelijkheden versterkt. De aankondiging volgt op zorgen dat banken stilzwijgend de banden met opkomende sectoren, waaronder digitale activabedrijven, hebben verbroken te midden van verhoogde nalevingscontrole.
Hoewel de order geen instellingen bij name noemt, verwijst deze naar een zaak uit 2023 waarbij Bank of America de rekeningen van een liefdadigheidsinstelling uit Uganda sloot, waarbij de beslissing werd toegeschreven aan een beleid tegen het bedienen van bepaalde buitenlandse entiteiten. Het concept verwijst ook naar interne bankbeleid die naar verluidt hebben bijgedragen aan uitsluitingen van klanten na de gebeurtenissen op 6 januari in het Capitool. Branchebronnen geven aan dat de definitieve versie van de order binnen enkele dagen kan worden ondertekend, onder voorbehoud van administratieve vertragingen.
De bankensector heeft eerdere maatregelen voor het beëindigen van bankrelaties verdedigd als noodzakelijke risicobeheersing onder anti-witwasregelgeving en vereisten voor de bestrijding van terrorismefinanciering. Financiële instellingen hebben gewezen op strenge know-your-customer-protocollen en normen voor transactiecontrole als rechtvaardiging voor het beëindigen van relaties met bepaalde cliënten. Het concept van de order vraagt echter om de eliminatie van interne richtlijnen die diensten beperken op basis van reputatierisico’s of ideologische factoren.
Indien ingevoerd, zou de order een belangrijke beleidsverandering in de regulering van bankdiensten betekenen, waarbij langdurige klachten over financiële discriminatie door conservatieve groepen en technologie-startups wordt aangepakt. Deze stap kan leiden tot herzieningen van interne nalevingskaders van banken en invloed uitoefenen op toekomstige wetgeving met betrekking tot de toegang tot financiële diensten voor digitale activabedrijven.
Reacties (0)