Op 6 augustus 2025 diende Changpeng Zhao, oprichter en voormalig CEO van Binance, een verzoek in tot afwijzing van een terugvorderingszaak van $1,76 miljard, aangespannen door de FTX-faillissementsboedel bij een federale rechtbank in de VS. In de rechtszaak wordt beweerd dat Zhao overdrachten van klantengelden van de ingestorte FTX-beurs heeft ontvangen die nu als vermijdbare preferente en frauduleuze overdrachten worden beschouwd. Zhao's verzoek stelt dat de klacht van de curator geen rechtsgrond bevat waarop een vordering kan worden toegewezen en verzoekt de rechtbank de zaak af te wijzen wegens gebrek aan een juiste juridische grondslag.
Het FTX-faillissement, begonnen in november 2022 na een liquiditeitscrisis veroorzaakt door een snelle waardevermindering van de FTT-token en massale opnames, leidde tot faillissementsaanvragen voor FTX Trading Ltd., Alameda Research en meer dan honderd gelieerde entiteiten. Onderzoeken door de chapter 11-curator proberen miljarden dollars te recupereren van overdrachten die FTX heeft gedaan in de dagen voorafgaand aan haar instorting. De vermijdingsvorderingen van de boedel maken gebruik van Secties 547 en 548 van de Amerikaanse faillissementswet, die herstel van overdrachten toestaan die zijn gedaan wegens voorafgaande schulden of met de werkelijke intentie om schuldeisers te benadelen, vertragen of te bedriegen.
De juridische staf van Zhao stelt dat de betwiste overdrachten gewone markttransacties waren waarbij Binance FTT-tokens kocht tegen een eerlijke marktwaarde en liquiditeit verschafte aan de beurs van FTX toen deze nog solvabel was. Het verzoek stelt dat vermijdingsacties volgens de faillissementswet vereisen dat wordt aangetoond dat er werkelijke intentie of omstandigheden zijn die ongeoorloofd gedrag aantonen, wat in de klacht van de curator niet voldoende is gesteld. De verdediging voert verder aan dat Binance destijds geen kennis had van een dreigende insolventie bij de aankoop van de tokens, wat de vereiste intentie voor vorderingen wegens frauduleuze overdracht ontkracht.
Indien de rechtbank het verzoek toewijst, zou het vermogen van de curator om een aanzienlijk deel van de resterende activa van de boedel te recupereren worden beperkt, wat mogelijk de uitbetalingen aan schuldeisers vermindert. Indien afgewezen, zal de zaak doorgaan naar de ontdekkingsfase, met uitgebreide documentbeoordeling, getuigenverhoren en on-chain transactieanalyse. Waarnemers merken op dat de uitkomst precedent kan scheppen voor de behandeling van blockchain-gebaseerde transacties volgens de Amerikaanse faillissementswet en toekomstige rechtszaken betreffende digitale activatransfers zou kunnen beïnvloeden.
Reacties (0)