Een uitvoerend besluit ondertekend op 10 augustus 2025 geeft het ministerie van Arbeid, de Securities and Exchange Commission en het ministerie van Financiën de opdracht om de regelgeving voor gedefinieerde-bijdrageregelingen voor pensioenen te herzien. Volgens het herziene raamwerk zijn planaanbieders verplicht alternatieve beleggingen zoals private equity-vehikels, durfkapitaalfondsen, digitale activatrusten en andere particuliere bedrijven naast traditionele beleggingsfondsen op te nemen.
Het besluit verplicht de oprichting van gestandaardiseerde openbaarmakingsprotocollen die zijn afgestemd op niet-openbare investeringsvehikels. Deze protocollen omvatten maandelijkse rapportages over activa-waarderingen, vergoedingsstructuren en verzilveringsvoorwaarden. Bij de presentatie van deze regelgevende wijziging verwees de administratie naar het potentieel voor verbeterde portefeuillespreiding en langetermijnrendementen die historisch alleen beschikbaar waren voor institutionele beleggers.
Critici uit de sector benadrukten echter aanzienlijke zorgen. Illiquide en ondoorzichtige investeringsvehikels hanteren het ‘2 en 20’-vergoedingsmodel—2% beheervergoeding plus 20% van de winst—wat sterk contrasteert met de gemiddelde kostenratio van 0,26% van conventionele 401(k)-beleggingsfondsen. Tegenstanders stellen dat hogere kosten de pensioenspaargelden zullen aantasten en dat beperkte secundaire markten voor private activa deelnemeropnames tijdens marktschommelingen kunnen bemoeilijken.
Adviesbureaus benadrukten de noodzaak van robuuste nalevings- en risicobeheerstructuren. Cerulli Associates publiceerde een rapport waarin de mismatch wordt benadrukt tussen de dagelijkse nettovermogenswaardeberekeningen die voor beleggingsfondsen worden gebruikt en de periodieke, door beheerders gedreven waarderingen van private beleggingen. Implementatierichtlijnen zullen planbeheerders verplichten gedetailleerde due diligence-processen te ontwikkelen, inclusief stresstests van de liquiditeit van activa onder ongunstige omstandigheden.
Juristen adviseerden om potentiële juridische risico’s te beperken door ervoor te zorgen dat deelnemers goed worden geïnformeerd en dat openbaarmakingen duidelijke taal bevatten over vergoedingsstructuren, verzilveringsbeleid en investeringscomplexiteiten. Vermogensbeheerders verkennen ondertussen nieuwe productontwerpen met lagere kostenklassen en gedeeltelijke liquiditeitsoplossingen om te voldoen aan de stijgende vraag naar toegang tot private markten binnen pensioenvehikels.
Voorstanders van het beleid beweren dat deze wijzigingen de toegang tot snelgroeiende sectoren van de economie zullen democratiseren, die voorheen waren voorbehouden aan stichtingen en vermogende beleggers. Zij stellen dat na verloop van tijd transparante kostenoverzichten en concurrerende productaanbiedingen marktinnovatie zullen bevorderen en ten goede zullen komen aan pensioenspaarders. De komende maanden zullen uitwijzen of planaanbieders, toezichthouders en regelgevers kunnen afstemmen op implementatiestrategieën die kansen en risico’s in evenwicht brengen bij deze baanbrekende verschuiving in pensioenbeleggen.
(0)